Scopische Arthrodese onderste sprongewricht

Scopische arthrodese onderste spronggewricht.

Het stijfzetten van een gewricht klinkt eng, maar bij een onderste spronggewricht wordt het amper gemerkt. Veelal is dit gewricht door de slijtage al helemaal verstijfd en merkt de patiƫnt van het stijfzetten niets anders dan dat hij/zij pijnvrij is geworden.

Wat gebeurt er bij een arthrodese?
Tijdens de operatie worden de beschadigde gewrichtsvlakken (het resterende kraakbeen) weggenomen en worden de botuiteinden in hun meest functionele stand gezet. De botuiteinden groeien tenslotte aan elkaar. Dit kan in veel gevallen door middel van een kijkoperatie.

Operatietechniek

Er wordt een standaard posterieure arthroscopie uitgevoerd waarbij door middel van chondrocurettes en shavers de restanten kraakbeen worden verwijderd. Het botoppervlak onder het versleten kraakbeen wordt zo bewerkt dat er maximale botgenezing kan optreden.

Vervolgens wordt een extra steekincisie gemaakt onder het hielbeen waar een tweetal schroeven geplaatst wordt nadat de achtervoet in de optimale stand is geplaatst.

Nabehandeling

Het herstel na een arthrodese middels kijkoperatie gaat over het algemeen sneller. De standaard nabehandeling is 4 weken onbelast gips, gevolgd door 4 weken loopgips. (voor een open procedure is dit 2 maal 6 weken gips).

Na de gipsperiode begint de echte revalidatie.

Voorbeeld van een scopische OSG arthrodese.